Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [19]Ere [zij] God in de hoogste [hemelen], en [20]vrede op aarde, in de mensen [21]een welbehagen. 19. Of, heerlijkheid. 20. Namelijk met God, Rom.5:1. 21. Dat is, het welbehagen Gods worde door hem aan de mensen vervuld, 2 Thess.1:11. Anders, des welbehagens; dat is, in de mensen, die God naar zijn welbehagen heeft uitverkoren, Ef.1:5.